Wat betekent het nieuwe Van Eesterenmuseum?

Cornelis van Eesteren tijdens een veldverkenningOp 15 oktober opende Caroline Gehrels, wethouder Kunst & Cultuur van Amsterdam, in Nieuw-West het nieuwe Van Eesterenmuseum. Een bijzondere gebeurtenis, want eigenlijk bestond er al een Van Eesterenmuseum - een beschermd stadsgezicht in Slotermeer. Maar nu is er dus ook een fysieke expositieruimte en ontmoetingsplaats, het eerste echte museum van Nieuw-West. Wie was Van Eesteren? Wat betekent de komst van het museum voor de buurt? En wat brengt de toekomst?

In het nieuwe museum is een permanente expositie te zien over Cornelis ('Cor') van Eesteren en zijn meesterwerk het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam (AUP). Daarnaast komen er wisseltentoonstellingen - op dit moment over Geuzenveld - en er zijn plannen voor lezingen, studiebijeenkomsten, debatten, filmvoorstellingen en andere evenementen. Hiermee wil het museum een breed publiek bereiken. Het beschermde stadsgezicht rond de Burgemeester De Vlugtlaan is omgedoopt tot Van Eesteren Buitenmuseum. 'Het Van Eesterenmuseum richt zich niet alleen op Slotermeer, maar op heel Nieuw-West,' zegt directeur Hans van der Schaaf bij de opening. 'En we zullen ook niet alleen aandacht geven aan de geschiedenis van het AUP, maar ook aan de architectuur en stedenbouw van deze tijd. Want er gebeurt ontzettend veel in dit stadsdeel.'

Onbekend en beroemd
Anders dan bijvoorbeeld Hendrikus Berlage is Cornelis van Eesteren bij het grote publiek tamelijk onbekend. Maar voor professionals is hij een van Nederlands beroemdste stedenbouwers. Hij was jarenlang voorzitter van de vermaarde CIAM-beweging (van de Internationale Moderne Architectuur Congressen), een groep spraakmakende architecten, onder wie Le Corbusier. Ze hadden met hun ideeën over functiescheiding, de functionele 'geplande' stad, open verkaveling en strokenbouw en hun devies 'licht-lucht-ruimte' grote invloed op het denken over architectuur en volkshuisvesting. Maar zo spraakmakend, als ze waren, bij gebrek aan opdrachten bouwden ze betrekkelijke weinig. Van Eesteren, werkend voor de gemeente Amsterdam, was pas in de jaren '50 de eerste die grootschalig en op een heel eigen manier de stedenbouwkundige ideeën van CIAM in de praktijk bracht. Later zou ook de Bijlmermeer nog voortkomen uit het CIAM-gedachtengoed.

Open bebouwing, schuine plaatsing, Burgemeester Roëllstraat, Slotermeer.

Open bebouwing, stroken haaks op de Burgemeester De Vlugtlaan, Slotermeer
Open bebouwing, haken en hoven, Geuzenveld
Open bebouwing, stukje honingraat, Geuzenveld
Gesloten bouwblok, grachtengordel
Gesloten bouwblok, de Pijp

Voorbeelden van de variatie in open bebouwing in Amsterdam Nieuw-West. De woningen staan in het groen en trekken zich weinig aan van de stratenplattegrond. Het groen is semi-publiek of collectief. Ter vergelijking rechts twee voorbeelden van het traditionele gesloten bouwblok. De aaneengesloten woningen vormen straatwanden en 'maken' zo de straten. Het groen is privé en afgesloten van de publieke ruimte. De grachtengordel heeft meer privéruimte en groen dan het volk in de Pijp. Klik op foto's voor een grotere afbeelding.

Plantensociologie
Nieuw was de wijze waarop Van Eesteren het modernisme verbond met de denkbeelden van de tuinstadbeweging. De plantsoentjes en tuinen werden niet langer tussen de gebouwen geplakt. In Slotermeer is het andersom: de gebouwen zijn eilanden in een zee van groen, die de woningen omspoelt. En eigenlijk is 'groen' nog te prozaïsch uitgedrukt voor de gevarieerde beplanting en bomenpopulatie in de Westelijke Tuinsteden - er zijn bomenlanen om, in modern lingo, je vingers bij af te likken. In het Van Eesteren Buitenmuseum is sprake van een doordachte 'plantensociologie'. En landschapsarchitecten hebben onlangs de speciale 'bomentaal' van de tuinsteden ontcijferd, de ontwerpprincipes waaruit het karakteristieke groenbeeld van Nieuw-West voortkomt.

Witte Dorp - Geuzenveld, Nieuw-WestVening Meineszlaan met Kandelaar (kerk) - Slotermeer

Museumvolk
Even voor de officiële opening zie je hoe zich, over de De Vlugtlaan en vanuit de zijstraten, de laatste bezoekers naar het museum spoeden: heren gehuld in lange, wapperende 'ambtenarenjassen', de kraag omhoog gezet, dames semi-elegant dressed to the occasion. Het is allemaal volstrekt atypisch voor deze volksbuurt, maar zeer indicatief voor wat het van Eesterenmuseum voor zijn omgeving kan betekenen. Cultuur brengt, betoogt Caroline Gehrels, economische beweging in een buurt. Er komt museumvolk op af dat ook graag terrasjes bevolkt en na afloop om de hoek wat eet of drinkt. De buurt verdient aan de bezoekers. Valt er wat te shoppen, dan nemen we dat meteen mee. Een kans voor Broedplaats De Vlugt, het verzamelgebouw met kunstenaars en cultuurbedrijven waarin het Van Eesterenmuseum gevestigd is?

Burgemeester de Vlugtlaan, Slotermeer, vanaf Metrostation richting Plein 40-45

Extern effect
Hoe plausibel is trouwens zo'n 'extern effect', zoals Ronald Plasterk die economische omgevingswaarde van cultuur onlangs in de Volkskrant noemde, hier eigenlijk? Wat betekent het Van Eesterenmuseum bijvoorbeeld voor de Burgemeester De Vlugtlaan? Deze belangrijke verkeersweg en winkelstraat heeft een mindere tijd achter de rug, maar herleeft weer. Nu met andere winkels en een gekleurder publiek. Het is nog geen Ramblas van Slotermeer, maar soms is het er ronduit gezellig. Mensen ontmoeten elkaar en op zomeravonden slentert de halve buurt voorbij. Een prijswinnend Turks restaurant heeft een terras voor de deur. De auteurs van de Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam, een interessante studie van het gebruik van pleinen, straten, tuinen, parken en andere publieke ruimten in Nieuw-West, wijzen echter ook op 'dode plekken' in deze verbindingsroute met de binnenstad - een reeks geblindeerde gevels van een gezondheidscentrum, saaie kantooretalages aan de straat of een brede lap plantsoen - dat krijg je natuurlijk ook met al dat groen. Het Eesterenmuseum en de Broedplaats vullen zo'n levenloos gat in de De Vlugtlaan op en trekken het publiek over het dooie punt heen. Waarbij een terras op het pleintje voor het museum wel wonderen zou verrichten.


Markt op Plein 40-45, SlotermeerPlein 40-45
Iets ruimer gezien verrijkt het Van Eesterenmuseum een toch al leuk stukje Slotermeer rond Plein 40-45 even verderop. Er is hier overdag een levendig stadsbeeld ontstaan, echt een stuk Amsterdam van nu, dus veelkleurig. Een dagmarkt, een groot marokkaans verscentrum en een gezellig - maar naar binnen gekeerd en daardoor bijna onzichtbaar - overdekt Winkelcentrum trekken een gemengd publiek. De drukte verspreidt zich in de directe omgeving van het plein. Op een terrras in de pleinvijver kun je iets drinken, en aan de langslopende Slotermeerlaan zijn twee hotels, enkele kleine eetgelegenheden en even verderop winkels in de onlangs gerenoveerde Verfdoos die architectuurtoeristen trekt. Om de hoek stroomt het publiek de Burgemeester De Vlugtlaan op. Het Van Eesterenmuseum en de Broedplaats 'vullen dit allemaal aan met 'hogere' cultuur, een nog grotendeels ontbrekend ingrediënt in Nieuw-West.

Maison d'Artiste - Van Eesteren, Van Doesburg (kleuren) De droom
Het mooie van het Van Eesterenmuseum is dat het er eigenlijk toch ook weer niet is. Het museum is namelijk tijdelijk ingetrokken in een oude school die omgedoopt is tot Broedplaats De Vlugt, een kunstenaarskolonie en cultureel bedrijvencentrum. Uiteindelijk zou het museum in ergens Nieuw-West in eigen nieuwbouw ondergebracht moeten worden. Ook wordt gedacht aan het inrichten van een museumwoning, waar je ziet hoe een gezin in de jaren vijftig leefde. Maar de ultieme droom is een van de nooit gerealiseerde ontwerpen voor gebouwen, die Van Eesteren samen met Theo van Doesburg maakte, alsnog te realiseren. In eerste instantie denkt men aan een  topstuk als het Maison d'Artiste, een model voor een kunstenaarswoning. Of het daarvan komt is onzeker, want ook andere steden willen dit bijzondere ontwerp in de traditie van De Stijl graag binnenhalen. Het zal een absolute publiekstrekker zijn, niet alleen voor geïnteresseerden, maar voor een breed publiek. Het zal architectuur toegankelijk maken voor jongeren. Het zet Nieuw-West in één keer op de kaart als historische en cultuurlocatie. Je zou zeggen: waar wachten we op? 'Ik hoop natuurlijk dat het er komt,' zegt Hans van der Schaaf, 'maar Van Eesteren en Van Doesburg hebben meerdere ontwerpen gemaakt, zoals het Hôtel Particulier en het Maison Particulière. Er zijn dus meerdere mogelijkheden.'

Ziehier een fotoverslag van de opening van het Van Eesterenmuseum.